Terwijl de aannemer zijn werken uitvoert, is hij verantwoordelijk voor de veilige bewaring van het gebouwde of te verbouwen pand. Tijdens de bewaring moet hij aan het gebouw  alle zorgen van een goede huisvader besteden. Bijvoorbeeld moet hij tijdens dakwerken voor een behoorlijke afsluiting zorgen bij regenweer. Deze bewaarplicht is een inspanningsverbintenis. Dat betekent dat de aannemer alle maatregelen moet nemen die van een normaal en zorgvuldig aannemer verwacht mogen worden om het pand goed te behouden. Indien er toch schade ontstaat is het in principe aan u als bouwheer om te bewijzen dat de aannemer daarin tekort is geschoten.

De aannemer dient het bouwwerk goed te bewaren, zodat hij het op het einde van de werken aan de bouwheer kan teruggeven. Deze plicht tot teruggave is een resultaatsverbintenis, wat wil zeggen dat de aannemer dient te bewijzen dat hij steeds de wettelijke of contractueel voorgeschreven maatregelen tot bewaring heeft genomen. Als de aannemer geen teruggave kan doen omdat dit te wijten is aan een vreemde oorzaak, zoals brand of diefstal, moet hij hier eveneens het bewijs van bijbrengen.